Abruzzo

Vanaf Apulië gaan we weer omhoog en onze eerste stop is de regio Abruzzo. Een rit van 4.5 uur. Eerst brengen we Maarten in Bari naar de luchthaven, waar we nog even samen ontbijten. Dan gaan we met z’n drietjes door en besluiten te stoppen bij de Abdij San Giovanni in Venere. Een mooie stop na 2 uur rijden. De prachtige abdij heeft een mooi uitzicht over de kustlijn. En we zien nog een bruiloft ook. Ondanks dat, mogen we gewoon de kerk binnenlopen en kijken, erg apart.

Door naar onze agriturismo, die nogal moeilijk te vinden is, aangezien allerlei weggetjes afgesloten zijn. Dat levert een beetje irritatie op, maar goed, we vinden het. Omdat onze kamer nog niet vrij is die nacht, krijgen we een appartement toegewezen. Dit geeft ons weer de mogelijkheid om zelf wat eten te maken. Uiteten is leuk, maar na zoveel tijd gaat het ook wel vervelen. Nog even snel naar de supermarkt dus, ja leuk. Alleen de weg terug is wederom een drama en na kilometers omrijden lukt het eindelijk om bij het appartement te komen. Grrrrr.

We hebben 1 volle dag om deze streek te verkennen. Dus ’s avonds is het even puzzelen wat we willen gaan doen. Uren in de auto is geen optie, al komt het daar uiteindelijk wel op neer, maar dan wel toeristisch de bergen in. We bezoeken het park Gran Sasso. Een heel mooie gebied hoog in de bergen de Apennijnen. Hier bevindt zich de hoogste berg van Italië. Je waant je een  beetje in Zwitserland met die mooie hoge bergpieken, alleen de eeuwige sneeuw op de toppen ontbreekt. De temperatuur geeft hier 23 graden aan, 10 graden minder dan we inmiddels gewend zijn, maar de gevoelstemperatuur blijft hetzelfde.

Het schijnt dat er prachtige wandelroutes in dit park zijn en dat je  allemaal kleine stadjes kunt bezoeken. De website is echter onduidelijk en compleet in het Italiaans. Dus wandelen wordt het niet. We rijden een stuk richting L’Aquila. Hierdoor komen we op het bergplateau. Een overweldigend stukje natuur. Na een fotostop rijden we via een andere route terug en stoppen voor de lunch in een bergdorpje.

Terug in het appartement zijn we lekker verhit, dus voor we gaan koken, duiken we nog even in het zwembad. Beide avonden dat we hier zijn, is er rond de bergen een stevige onweer, maar de regen blijft uit. Echt afkoelen doet het dus niet, helaas.

Na die twee nachten rijden we naar de Marken. We komen aan in onze kleine agriturismo waar alleen Italiaans gesproken wordt. Een uitdaging om dingen duidelijk te maken. ’s Avonds eten we in hun huis de lekkerste pasta. En natuurlijk is het allemaal veel te veel.