Van Noord naar Oost IJsland

We zijn inmiddels weer een paar dagen verder. IJsland is heel erg mooi qua natuur, maar het zijn ook steeds flinke afstanden om weer in een regio te komen, waar meerdere dingen bij elkaar liggen. Zo zijn we de afgelopen drie dagen van Myvatn via de F910 door het binnenland gereden, met één overnachting, toen langs Borgarfjörður Eystri naar Neskaupstadur en vandaar weer net voorbij Höfn, waar we nu nog zijn. Totale afstand 820 km, via verharde en onverharde wegen.

Onderweg kom je dan wel een paar mooie dingen tegen, die je zeker niet mag overslaan. De eerste is de Studlagil Canyon. Een deel van de weg is onverhard, maar voor een gewone auto is het ook nog te doen. Je rijdt ongeveer 40 minuten tot het eerste bord Studlagil Canyon. Hier zijn mooie wandeltochten te vinden aan het eind van alle parkeerplaatsen, waar je niet verder meer kunt. Dat hebben wij dus niet gedaan. Vanaf de eindparkeerplaats is het nog zo’n 2.5 km lopen tot de kloof en het uitzicht wordt dan steeds mooier.

Heb je geen zin in een enorme wandeling, rij dan door naar de 2e afslag Studlagil Canyon. Hier is een grote parkeerplaats met wc (betaald) en een koffietentje. Het uitzicht vanaf het platform over de kloof is heel erg mooi. Je moet wel veel trappen naar beneden, maar het stelt niets voor bij de lange wandeling vanaf de eindparkeerplaats (eerste afslag). Ik heb beide stops gemaakt en ik vind het uitzicht vanaf de 2e afslag mooier (en het kost minder tijd).

Wij rijden door op de F910 in plaats van terug te gaan naar de 1 (de ringweg, de belangrijkste weg in IJsland). Dat kan alleen met een 4×4 ,en ja hoor, na bijna 10 minuten rijden komen we hele grote waarschuwingsborden tegen. De weg wordt steeds slechter, we gaan zelfs af en toe door kleine riviertjes, er liggen mega keien op de weg, scheuren en gaten. Een leuk avontuur. Vanaf de Kárahnjúkavirkjun Dam (de waterkrachtcentrale) wordt de weg weer verhard. Een half uur verder is onze volgende accommodatie Laugarfal, een eenvoudig hostel met een eigen warmwaterbad en uitzicht op drie watervallen.

De volgende ochtend rijden we eerst twee uur naar Borgarfjörður Eystri om nogmaals papegaaiduikers te spotten. Helaas zijn ze ook hier al vertrokken. Deze rots, waar ze normaal zijn, is echt een topplekje om ze te bekijken. Er is een houten pad aangelegd, waardoor je makkelijk zonder te storen heel dichtbij kan komen. We rijden langs de fjorden verder naar Neskaupstadur. Onze volgende overnachtingsplek heeft een zwembad met twee grote glijbanen. Speciaal voor de jongens uitgezocht, zodat ze ook even wat anders hebben dan natuur. De zwembaden zijn warm, net als alle baden op het eiland, want de buitentemperatuur komt niet boven de 12 graden uit.

Wederom een lange rit voor de boeg. Helaas is het nog steeds erg bewolkt, dit hebben we eigenlijk al sinds we uit Myvatn zijn weggereden. De wolken hangen zo laag dat je soms geen hand voor ogen ziet. De bergen en fjorden zijn dus ook minder goed zichtbaar. Als we door het fjord Fáskrúðsfjörður met een vissersdorp rijden, zien we weer een walvis zwemmen, heel dicht langs de kant. De weg is zo rustig, dat we de auto gewoon midden op de weg stilzetten om even te kijken. In Djúpivogur maken we een korte tussenstop. Dit leuke kleine dorpje heeft een paar winkeltjes, restaurants en een lange weg met grote eivormige stenen. Deze zijn geplaatst door een IJslandse kunstenaar. Onze volgende stop is het Vikingsdorp en de berg Vestrahorn, dit ligt op het schiereiland Stokksnes. De berg is helemaal verstopt in de wolken, geen mooie foto dus. Het Vikingsdorp en de berg liggen op privéterrein en zijn alleen met een kaartje toegankelijk. Een kaartje kost ongeveer €6,- per volwassenen, kinderen zijn gratis. Het Vikingsdorp is ooit gebouwd als filmset, maar uiteindelijk nooit gebruikt en inmiddels erg vervallen. Alle deuren zijn dicht getimmerd, maar de grote neprots heeft enkele openingen waardoor we naar binnen kunnen.

Onze volgende overnachting ligt op een uurtje van dit Vikingsdorp, tussen Höfn en het Jökulsárlón meer. Hier blijven we twee nachten.