Zuidelijk IJsland

We zijn alweer een paar dagen in het Zuiden van IJsland. Je merkt dat het hier een stuk drukker is dan het oosten en noorden waar we vandaan komen. Wat me ook opvalt is dat de meeste reizigers tegen de klok in rijden als ze het rondje IJsland doen, terwijl wij juist met de klok mee zijn gegaan. Persoonlijk vind ik dit een beter keus.
1. Je legt de grote afstanden in het begin van je reis af, waardoor je de laatste dagen van je vakantie minder ver hoeft te rijden.
2. Het is een stuk rustiger aan jouw kant van de weg, je hoeft dus ook bijna niet in te halen als andere automobilisten langzamer rijden.

Wil je alleen het zuiden van IJsland doen, dan raad ik je wel aan om tot Höfn te gaan. Zo pak je het Vikingsdorp en de Jökulsarlón gletsjer nog mee. Hierover heb ik al meer verteld in een eerder blog.

Vanaf Jökulsarlón moet je echt op de volgende plekjes stoppen:
Svartifoss; je parkeert de auto bij het vvv kantoor. Parkeren hier kost geld, maar dat kan je heel makkelijk via een website regelen, je hoeft niet in de rij voor de machines. Vanaf de parkeerplaats is het zo’n 30 minuten flink bergopwaarts. Neem vooral water mee en een vest of regenjack, want het kan hier flink waaien. Op de terugweg heb je een enorm weids uitzicht en naast je zie je de uitlopers van de gletsjer.


Dverghamrar; heb je nog geen basaltrotsen gezien, dan kan je op deze kleine parkeerplaats een rondje lopen en deze in het klein bewonderen. Een leuke tussenstop mocht je een wat langere rit gepland hebben. Daarnaast heb je gelijk uitzicht op de Foss a Sidu waterval. Deze ligt op privé terrein, dus daar kan je niet naar toe.


Kirkjugólf; midden in een weiland vind je een grote basaltvloer. Ook wel de kerkvloer genoemd.
Mocht je nog een supermarkt nodig hebben, hier is een klein winkeltje waar je het nodige kan inslaan, voorlopig kom je niets meer tegen.


Fjaðrárgljúfur canyon; Deze canyon heeft 2 parkeerplaatsen. Er staat er echter maar 1 aangegeven. Wil je optimaal van de canyon genieten en op verschillende plekken stoppen om in de canyon te kijken dan volg je de aangegeven route. Bij de parkeerplaats (relatief klein) parkeer je de auto en volg je het pad omhoog. Op deze manier kom je op 3 of 4 verschillende uitkijkpunten waar je een prachtig uitzicht in de canyon hebt. Voor de andere parkeerplaats ga je een stukje de 4×4 weg de F206 op. Wanneer je hier parkeert loop je vrij simpel naar het hoogste uitkijkpunt. Voor mensen die slecht ter been zijn is dit een betere parkeerplek.


Hjörleifshöfði hellir; Wanneer je een stukje van de highway 1 afgaat via een onverhard pad kom je bij een enorme grot. Er is hier tevens een wandeling die je kan doen op de rots waar de grot zich in bevindt, echter is het bij ons te slecht weer waardoor wij dit overslaan.


Þakgil; Net voor Vik kan je een 15km onverharde weg inslaan. Zeker een uitdagende weg wanneer je geen 4×4 hebt, maar als je langzaam rijdt is het te doen. Þakgil is een nog vrij onbekend gebied in het zo drukke zuiden van IJsland. Het landschap komt net uit de film de Lord of the Rings. Je hebt hier een kleine camping, waar een paar blokhutten staan die je kunt huren of je kunt er je camper/tent neerzetten op het gras. Wij sliepen in een van de blokhutten. Je valt in slaap met het geluid van de waterval achter je hutje en de enorme stilte. Doordat er vrijwel geen licht is is het er ’s avonds pikdonker.


Reynisdrangar; ook wel Black Beach genoemd. Op de basaltrotsen vind je hier van mei tot augustus de papegaaiduikers, maar ook veel meeuwen en Jan van Genten. Het strand is gitzwart en bestaat uit zand en kiezels. Je mag hier absoluut niet de zee in, maar je moet ook uitkijken voor de enorme golven als je gewoon op het strand staat, hier zijn de zoals de IJslanders ze noemen de sneakerwaves. Er zijn dan ook al meerdere mensen op dit strand omgekomen.


Dyrhólaey; dit is een van de plekken waar je op IJsland papegaaiduikers van dichtbij kunt bekijken en wij hadden hier nog geluk, ze waren nog niet vertrokken richting zee voor de winter. De beste kans om de vogels te zien is als het regent of in de vroege ochtend of late avond. Je kunt ze op een afstand van 4 a 5 meter bewonderen. Ook vanaf dit punt kun je genieten van de enorme golven die tegen de rotsen beuken. Het geluid en de splashes zijn enorm.


Sólheimasandur Plane Wreck; in 1973 is een Amerikaans legervliegtuig verongelukt, doordat hij te weinig benzine bij zich had. Dit wrak ligt op privé grond en je kunt er komen door 4km te voet af te leggen vanaf de parkeerplaats langs highway 1. De betaalde shuttle te nemen, die een aantal keer per dag gaat. Of zoals wij een quad bike tour doen van 1 uur (kost wel wat, maar dan heb je ook wel iets heel gaafs).


Quad biking; Een aantal weken voor ons vertrek naar IJsland hebben we deze tocht geboekt. Bij aankomst krijgen we een dik waterdicht pak aan, warme waterdichte laarzen en een helm en handschoenen. Klaar voor vertrek krijgen we kort uitleg over de bike. De jongens zijn nog geen 18 en hebben geen rijbewijs, dus die gaan bij ons achterop. We rijden off road door verschillende beekjes richting het strand. Wanneer we hier aankomen is onze eerste stop. Ook nu slaan de enorme golven weer hard op het zwarte zand. We rijden vervolgens verder naar het vliegtuigwrack. Ook hier krijgen we weer even de tijd om foto’s te maken en rond te kijken voordat we weer 20 minuten terug crossen naar basecamp.

Skógafoss Waterval; een enorme klap water komt er naar beneden bij deze waterval. Vanaf de parkeerplaats heb je twee keuzes. Het pad naar boven klimmen om de waterval vanaf boven te bekijken of je volgt het pad langs de rivier en je kunt helemaal tot het begin van de rivier lopen. Hou er wel rekening mee dat je hier flink nat wordt.


Kvernufoss Waterfall;
deze veel minder bekende waterval wordt door veel toeristen overgeslagen, zonde want het is echt een pareltje. Vanaf de Kogafoss rij je een stukje door tot het museum, daar parkeer je de auto en loopt in een kleine 10 minuten via een kloof naar de waterval. Je kunt helemaal tot achter de waterval komen.


Drangurinn í Drangshlíð 2;
Als je niet oplet rij je er voorbij. Deze berg heeft een aantal oude schuren in zich gebouwd, dit is hoe de boeren vroeger leefde.


Rutshellir Caves;
Een grot die vroeger gebruikt werd als kerk. Ook deze ligt praktisch langs de weg en je bent er zo voorbij gereden.


Seljalandsfoss waterval;
De welbekende waterval van de plaatjes van IJsland, hij wordt dan ook druk bezocht. Zorg dat je wel weer netjes voor het parkeren betaald, want we hebben ze hier zien controleren. Je wandelt in een 5 minuten naar de waterval en dan begint je avontuur om over de rotsen en aangelegde trap achter de waterval te komen. In de zomer is de waterval duidelijk kleiner, want de vorige keer toen ik hier was in november, was het ding enorm. Maar dat maakte het nu niet meer leuk om achter de waterval door te lopen en weer verschillende mooi plaatjes te schieten.


Gljufrabui;
loop vanaf de Seljanlandsfoss niet terug naar de auto, maar sla rechtsaf na de trappen, volg de 3 watervallen die je ziet liggen tot het einde van het pad. Daarna vind je een doorgang naar een kloof/grot. Je hebt kans dat je natte voeten krijgt, want je moet een beetje over de stenen in de rivier manoeuvreren om de waterval te zien. Vanaf de weg of het pad is deze waterval niet zichtbaar. Ook hier waren duidelijk minder mensen.